Als het aan de Estse premier Kaja Kallas ligt, gaan scholieren in Estland voortaan tot hun 18e verplicht naar school. De maatregel is volgens haar hard nodig om leerlingen meer perspectief op de arbeidsmarkt te bieden.
Kinderen kunnen in Estland onderwijs volgen vanaf het moment dat ze 1,5 jaar zijn. De voorschoolse educatie (alusharidus) bereidt kinderen voor op de lagere school (põhikool). Zij volgen een lesprogramma en krijgen als ze 7 jaar oud zijn een rapport waarin, in de meeste gevallen, staat dat zij geheel voorbereid zijn op de lagere school.
De kinderen stromen vervolgens in op de lagere school waar zij het onderwijsprogramma in 9 leerjaren doorlopen. In het negende leerjaar, wanneer de meeste leerlingen de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, volgen de examens. Deze bestaan uit het vak Ests, of Ests als tweede taal, wiskunde, een keuzevak en een essay. Wanneer de leerling de examens voldoende afsluit en over een goed rapport beschikt, is deze geslaagd en krijgt men een diploma. Daarna houdt de leerplicht op, voor velen is dat dus bij 16 jaar.
Als de plannen doorgaan, wordt deze leeftijd opgerekt naar 18 jaar. Zodoende zijn leerlingen verplicht om na de lagere school nog door te leren. Hoewel de meesten dat wel doen, besluiten er jaarlijks toch nog 2000 leerlingen om die stap niet te zetten. Door de leerplicht aan te passen, verwacht Kallas dat deze groep beter voorbereid wordt om in te stromen op de arbeidsmarkt.
Of de plannen doorgaan, hangt af van het regeerakkoord. De nieuwe Estse regering wordt waarschijnlijk volgende week geïnstalleerd. Zodra de wetswijziging door de Riigikogu is goedgekeurd, zullen leerlingen die in 2024 in het negende leerjaar zitten, verplicht worden om na hun examens nog een vervolgstudie te gaan doen.