Estland is vooralsnog niet van plan om verblijfsvergunningen van Russen en Wit-Russen in te trekken. Minister van Lauri Läänemets verklaarde dit nadat Letland en Litouwen bekend hadden gemaakt dit wel te doen.
Letland en Litouwen zullen de komende maanden verblijfsvergunningen intrekken van Russen en Belarussen die volgens deze landen een gevaar voor de nationale veiligheid vormen. Letland zal 5000 tot 6000 personen verzoeken het land komende maand te verlaten omdat zij niet tot nauwelijks Lets hebben geleerd. Deze personen waren al eerder op de hoogte van de taaleis.
Litouwen verzond de afgelopen weken vragenlijsten die verplicht ingevuld moesten worden. Door het invullen van de vragenlijst zou duidelijk worden welke normen en waarden de ondervraagde erop na houdt. In deze vragenlijst werd ook gevraagd bij welk land de Krim hoort. Op basis van deze resultaten zullen 910 Belarussen en 254 Russen hun verblijfsvergunning niet meer kunnen verlengen. Zij komen ook niet meer in aanmerking voor een visum.
Estland zet deze stap niet. Hoewel er binnen de regering niet over is gesproken, denkt Läänemets dat personen die een vragenlijst invullen, dit niet eerlijk zullen doen. De taaleis, die nu in Letland wordt aangehaald als harde eis, is in Estland al veel langer een vereiste om een verblijfsvergunning te verkrijgen of te verlengen. Daarnaast krijgt de veiligheidsdienst, Käitsepolitsei, personen die een gevaar voor de nationale veiligheid vormen, vrijwel altijd in het vizier.
De afgelopen maanden heeft Estland meerdere verblijfsvergunningen ingetrokken. Tegelijkertijd kregen deze mensen ook een inreisverbod voor het gehele Schengengebied van 10 jaar.