Het hotel kennen we nog van een paar jaar eerder. Tijdens de coronapandemie verbleven we daar ook. Sindsdien lijkt er weinig veranderd te zijn. Overal in het hotel zijn nog waarschuwingsposters van de Ierse overheid te vinden. De huisregels, refereren ook nog actief naar het coronavirus. Wie in Rosslare aankomt, kan vermoeden dat Ierland nog in de ban van corona is.
Het hotel is geen uitzondering. Nog overal in Ierland zijn deze posters te vinden en op veel drukke plaatsen dragen mensen nog mondneusmaskers. In supermarkten zijn posters te vinden dat deze maskers niet meer verplicht zijn, maar uiteraard nog wel gebruikt mogen worden. Het bijzondere is, dat personen die zo’n masker dragen, niet eens belachelijk worden gemaakt door anderen. Blijkbaar is dat een Nederlandse gewoonte, die niet naar Ierland is overgewaaid.
Nadat we de meeste bagage in de hotelkamer hebben geplaatst, duiken we Rosslare nog in nadat we hebben gegeten. Het aanbod in Rosslare is niet heel denderend. Vandaar dat we noodgedwongen uitwijken naar Drinagh. Op de terugweg besluiten we het strand van Rosslare op te zoeken. Puur om te kijken wat deze kustplaats te bieden heeft.
Het blijkt een wereld van verschil te zijn, vergeleken met de westkust van Ierland. Uiteraard ziet het landschap er anders uit, maar ook het publiek dat hierheen komt is op zijn zachtst gezegd excentriek. Verspreid op het strand zijn, ongetwijfeld peperdure, strandhuisjes te vinden die ook aparte badgasten huisvesten. Tijdens het fotograferen hoor ik op de achtergrond zelfs papegaaien, die samen met hun eigenaren een wandeling aan het maken waren.
Na de rondrit door Rosslare gaan we terug naar het hotel. Zonder het te weten gaan we een wilde nacht tegemoet.