Estse gemeenten maken vooralsnog geen haast met het aanschaffen van nieuwe bussen die voldoen aan de nieuwe Europese eisen. De Europese Unie heeft bepaald dat uiterlijk in 2035 alle voertuigen actief in het openbaar vervoer ofwel elektrisch ofwel op waterstof rijden.
In de twee grootste steden van Estland, Tallinn en Tartu, rijden grote aantallen bussen die nog niet aan deze eisen voldoen. Een groot deel van de busvloot in Tallinn rijdt op biogas. Van de 542 bussen die TLT (Tallinna Linnatransport AS) in bezit heeft, rijden er 350 op deze brandstof. TLT is bekend met de nieuwe regelgeving, maar het bedrijf benadrukt ook dat de dagelijkse bedrijfsvoering niet in de problemen moet komen. Een overstap op waterstof is volgens TLT op dit moment uitgesloten, omdat de prijs per kilometer te hoog zou worden.
Elektrische bussen heeft het bedrijf niet. Enkele jaren geleden heeft TLT bij diverse vervoerders in andere Europese landen nog geïnformeerd hoe ze de introductie van elektrische bussen aan zouden kunnen pakken. Op wat proefbussen en een test met een trolleybus, die ook een flinke afstand zonder bovenleiding kan rijden, na, zette het bedrijf uiteindelijk in op gasbussen.
In Tartu rijden alle stadsbussen op biogas. Ook daar spelen de mogelijk hoge kosten mee in de afweging om over te stappen op waterstof- of elektrische bussen. De gemeente heeft tot medio 2029 een contract met een externe partij voor de huidige vloot bussen met de optie om dit te verlengen wanneer nodig. Daardoor verwacht de gemeente dat pas in 2039 overgestapt kan worden op, bijvoorbeeld, elektrische bussen.
Het ministerie van Klimaat subsidieerde de afgelopen jaren diverse projecten met betrekking tot waterstof. De terughoudendheid van de ov-bedrijven is hen niet vreemd. Het ministerie moet erkennen dat de beschikbaarheid en de prijs van waterstof op dit moment niet aantrekkelijk genoeg zijn.
Ondertussen doet Eesti Biogaas goede zaken. Het bedrijf is verantwoordelijk voor de levering van de brandstof voor de gasbussen. Ondanks de nieuwe regelgeving van de Europese Unie, zet het bedrijf in op uitbreiding. Zo wil men meer productielocaties openen. De directeur, Kristjan Stroom, hoopt dat de EU de transitietermijn nog zal oprekken.