De laatste dag van de vakantie staat meestal in het teken van twee dingen; inpakken en flessen wegbrengen.
Waar het eerste tamelijk saai is, is het tweede vaak een waar avontuur. Bepakt met drie grote vuilniszakken en vier kleine tassen volledig gevuld met flessen, wandelen we richting het winkelcentrum in de buurt; Solaris. De “taaraautomaat” zit verstopt in de parkeergarage. Na een kleine zoektocht vinden we de ingang en kunnen we de flessen inlveren.
Alles verloopt soepel, totdat de machine vast begint te lopen. Ik probeer de machine zelf nog aan de praat te krijgen door met mijn arm enkele flessen eruit te halen en nogmaals in te voeren; maar het gaat juist achter de schermen niet goed. Ik moet het telefoonnummer bellen dat op het informatiebord staat; veel emballageautomaten in Estland zijn namelijk onbemand. De man aan de andere kant geeft aan dat bij binnen 40 minuten de boel weer aan de praat heeft.
Zolang kunnen we niet wachten, dus gaan we naar Viru keskus. Ook daar is een automaat te vinden. Niet verstopt onder de grond in een parkeergarage, maar juist op het dak. Onderweg krijgen we jaloerse blikken van mensen die hun dagtaak ervan hebben gemaakt om flessen uit vuilnisbakken te halen.
Eenmaal aangekomen op het dak van Viru Keskus lopen we tegen hetzelfde probleem; de automaat is vastgelopen. We bellen maar niet, stel je voor dat je dezelfde persoon aan de lijn krijgt. In een park, tussen Viru en Solaris, wachten we een klein uurtje voordat we nog een poging wagen om onze flessen in te leveren.
De derde poging verloopt gelukkig beter. In nog geen 10 minuten werken we al onze lege flessen weg en wisselen we ons bonnetje om voor geld.