Nadat we in Zelzate langs de kant van de weg waren gezet, en het plaatsnaambord geheel volgens de opdracht, hadden gefotografeerd, moesten we nog in Gent zien te geraken. Het gemak van onze eerste lift maakte dat we tamelijk verwend waren, wat betreft onze chauffeurs.
Binnen tien minuten stopte een auto, met daarin een rokende chauffeur, die ook nog eens zijn kwijlende hond in op de passagiersstoel had zitten. Uit principe zou ik nooit van mijn leven in zo’n auto stappen. Maar de tijd drong, en Gent was niet ver. Gent bleek echter de bestemming te zijn van onze hondenliefhebber. Hij zou ons zelfs naar de Sint Baafs brengen. Onze eerste officiële tussenstop.
De rit die volgde was voor mijn gevoel lang. Constant werd ik aangestaard door het beest op de stoel voor mij, of het nu direct of via een raam was. Uit de autoradio klonk Radio Nostalgie, een zender die, zou later blijken, aardig populair was onder de West-Vlamingen. Toegegeven, het was wel een aardige muziekmix die de DJ’s lieten horen.
Binnen een half uur had onze chauffeur ons middenin Gent afgezet. Op nog geen vijf minuten lopen van de Sint Baafs, die net iets statiger boven de andere statige gebouwen uit torende en tegenover het politiebureau dat figureert in Flikken Gent. Om ons heen krioelde het van de toeristen die, al dan niet verplicht, luisterden naar hun gids. Vandaar dat ik het politiebureau herkende.
Het was lang geleden dat ik in Gent was, en de omstandigheden waren ditmaal ronduit zonnig. Gent was tot dan toe de enige stad die ik nog nooit zonder regen had gezien. Van de betrekkelijke rust die de stad destijds uitstraalde, waarschijnlijk door de regen, was nu niks meer over. Het plein voor de Sint Baafs was afgeladen vol met bier drinkende mensen. De entree van de kathedraal werd bevolkt door bedelaars die hun bekers van de Quick liever gevuld zagen met geld dan met frisdrank. Er stond zelfs een ijsverkoper op het plein.
Maar degenen die ons de definitieve eindlocatie én de speciale opdracht moesten vertellen, waren nergens te bekennen. We hadden niet alleen onze tegenstanders verslagen, maar ook de organisatie.