Enkele maanden geleden leek het nog een reële optie; Nederland zou lege cellen huren in Estland. Zowel in Nederland als in Estland werden er vraagtekens gezet bij het plan. Toch is de verhuur van lege cellen noodzakelijk, benadrukte de Estse overheid.
Wanneer de lege cellen niet verhuurd zouden worden, zou de gevangenis in Tartu mogelijk binnen een jaar tijd de deuren moeten sluiten. Als gevolg hiervan zouden de gedetineerden elders in Estland geplaatst moeten worden en zou het de werkgelegenheid in de omgeving van Tartu negatief beïnvloeden. Daarnaast bestaat het risico dat veel gevangenismedewerkers de branche zouden verlaten, waardoor veel ervaren mensen niet meer inzetbaar zijn.
Om dit scenario te voorkomen, heeft Estland een overeenkomst getekend met Zweden. Vanuit de Estse oppositie waren er nog veel vragen over de toekomstige gedetineerden. Enkele partijen zijn bang voor gevangenen die veroordeeld zijn voor terrorisme of andere zware criminele vergrijpen. Om die zorgen weg te nemen, heeft het ministerie van Justitie diverse voorwaarden gesteld aan de verhuur.
Zo zullen Zweedse gedetineerden geen contact hebben met Estse gedetineerden. Alle communicatie zal in het Engels verlopen, al kan er hulp ingeschakeld worden van een tolk. Personen die zijn veroordeeld voor terrorisme of georganiseerde misdaad, komen niet naar Estland. Meer details worden bekend gemaakt nadat de overeenkomst is getekend door de Riigikogu is geratificeerd.
Estland verhuurt uiteindelijk 400 cellen in de penitentiaire inrichting in Tartu. Dit aantal cellen heeft een capaciteit voor 600 gedetineerden. De overeenkomst duurt 5 jaar en heeft de mogelijkheid om met nog eens 3 jaar verlengd te worden. Zweden betaalt jaarlijks ruim €30 miljoen aan Estland. Per gedetineerde betaalt Zweden een maandelijks bedrag van €8500. De overeenkomst wordt, volgens de planning, getekend op 18 juni in Stockholm. Naar verwachting zullen de eerste Zweedse gedetineerden in de eerste helft van 2026 naar Estland komen.