De laatste dag in het gothichotel was er een om niet te vergeten. Rond de afgesproken tijd verschenen we voor ons ontbijt. Hopende dat de bloedworst niet mee zou doen, maar de rest wel tijdig geserveerd zou worden, wachtten we ons ontbijt af. Dat de schoonmaakster al begonnen was met stofzuigen namen we op de koop toe. De verveelde keukenhulp had blijkbaar geen zin in ons, en wimpelde ons af met een Engels ontbijt, zonder gebakken toast en helaas met bloedworst die daar liefkozend ‘black pudding’ genoemd wordt. Sowieso brak de gehele toast, en ook de koffie, thee en jam mochten niet mee doen deze ochtend.
Waar het uitchecken veelal de minst tijdrovende klus is van de hele hotel/hostel/motel-procedure, was dat in Marford wel anders. De verveelde keukenhulp had blijkbaar ook de taak om de waakhond uit te laten. Het beest was zowaar even groot als zijzelf. Het is dat het Verenigd Koninkrijk hondsdolvrij beweert te zijn, anders was het misschien wel een treffer geweest. Vervolgens wist het meisje me te vertellen dat ze alleen de sleutel wilde hebben. Mij lijkt me dat niet meer dan logisch, want wat zou ik nog meer in moeten leveren? Wellicht de ladingen gratis koffie en thee die we wederom mee hadden genomen.
Marford was de laatste dag in Wales, via diverse Engelse steden zouden we langzaamaan terugrijden richting Dover, om van daaruit weer richting Nederland terug te keren. Een mooie stad op de kaart was Liverpool. De stad, die dit jaar cultuurhoofdstad schijnt te zijn, laat qua bewegwijzering zeer te wensen over. Geen enkele verwijzing naar een informatiepunt is terug te vinden op de borden. Verder zijn de parkeerplaatsen ook onvindbaar, niet zozeer om dat ze niet op de borden staan, maar omdat je elke keer tijdens het volgen van die routes op hetzelfde punt uitkomt; namelijk waar je begonnen bent.
Na redelijk wat rondjes gaven we op, Liverpool is een mooie stad, maar net iets te ingewikkeld. Manchester zou een goed alternatief zijn.