Kort na het eten van ons ijsje werden we gered uit de rioollucht die onze kant op kwam door twee leden van de organisatie, die ons de volgende opdracht en de eindlocatie kwamen vertellen. We moesten zo snel mogelijk in Kortrijk aankomen, maar niet voordat we een blikje bier hadden geruild voor een echt Belgisch biertje.
Met een blikje bier, dat alleen bij de Aldi verkocht kan worden, leek ons dat geen moeilijke opgave. Het plein was immers vergeven van de cafés, evenals de straten ernaartoe. De eerste locatie die we wilden betreden bleek niet geopend te zijn. Het was slechts een doorgang naar een woonhuis. Het tweede café was ook al geen schot in de roos, en in de derde kroeg werden we nog net niet uitgelachen. Iedereen vertelde ons dat ze niks met ons bier konden. We moesten wel de trotse bezitters zijn van het slechtste Belgische bier.
Buiten liepen nog steeds mensen rond met drank in hun handen. Al vanaf het moment dat wij in Gent aankwamen, was de helft van het plein constant voorzien van bier en wijn. En dat al vanaf een uur of één in de middag. Het zou niet moeilijk moeten zijn om iemands bier te ruilen voor ander bier.
Twee Britse bierdrinkende toeristen wezen ons de weg naar een plek waar wij wel ons bier zouden kunnen krijgen. Gekoeld en wel. Het was in ieder geval voldoende informatie om ons ook dit onderdeel relatief snel af te laten ronden. Gedurende onze zoektocht naar bier, waren we nog geen enkele tegenstander tegengekomen; Kortrijk kwam in zicht.