Geheel tegen de verwachting in, bleek Haapsalu nog een best leuk stadje te zijn. Zeker als je de ervaringen in de lokale Lidl (Säästu Market) even opzij zet in de beoordeling. Daar werd je geconfronteerd met bejaarden en chagrijnige caissières. Zij kunnen een voorbeeld nemen aan hun collega’s bij de Selver in Mustakivi, maar ach; elke caissière moet dat maar doen.
Na een stevige maaltijd moest er nog een manier gevonden worden om terug te komen naar Tallinn. Per fiets leek geen goed idee, omdat je nooit voor het “donker” terug zou zijn. Daarnaast is ’s avonds fietsen langs een onverlichte snelweg verre van veilig. De trein was een beter idee.
Helaas bleek het station jaren geleden gesloten te zijn en was het inmiddels omgebouwd tot monument. Binnen kon je nog net wel naar het toilet, maar veel verder dan dat kwam je niet. Een enorm tabel was aan de muur bevestigd, met daarop een lijst vertrektijden. Pas in Berlijn werd duidelijk dat het niet ging om tijden voor de trein, maar voor de bus. Het oude treinstation deed nu dienst als busstationsgebouw. De verwarde man, die naar ons idee op een trein stond te wachten, bleek gelijk te hebben.
Wonderbaarlijk genoeg stond er voor het stationsgebouw een bus klaar die richting Tallinn ging. Voor slechts 80 kroon per persoon bracht de bus je terug naar de hoofdstad. Met de bus ontstond wel een ander probleem; de fietsen. Volgens de chauffeur was één fiets geen probleem, maar meerdere zouden te veel ruimte innemen. Een stenen lantaarnpaal bood uitkomst, en niet veel later waren we terug in Tallinn.