Het strand van Vila Praia de Âncora vangt veel wind. Doordat het strand grenst aan de Atlantische Oceaan is de watertemperatuur ook lekker koel. Die koelte, in combinatie met de warme temperaturen in het zuiden van Europa, zorgt er voor dat er bijna elke ochtend een enorme mistbank voor de kust hangt. Vandaar ook die hinderlijke misthoorn.
Er is echter één verraderlijk ding aan mist, in combinatie met zon. Dat is namelijk dat je ongemerkt heel snel verbrandt. Na een potje voetbal op het strand was mij meteen duidelijk dat ik met mijn rug naar de zon had gestaan. Gelukkig waren slechts mijn onderbenen vuurrood; hetgeen geen pretje is wanneer je een lange broek draagt.
Verder biedt het kustplaatsje ook veel mooie wandelroutes, zowel over het strand als in de bossen. Na een lange wandeling op het strand, waar we verlaten fitnesstoestellen tegenkomen die ooit zijn neergezet als work-out voor fanatieke sporters op het strand, komen we ook een fort tegen. De vesting is gesloten, maar onze nieuwsgierigheid is gewekt. Mijn reisgenoot besluit te gaan klimmen; iets wat aan mij niet besteed is.
Ook de bossen zijn vrij interessant. Naast een hoop rode bosmieren komen we ook een irrigatiesysteem tegen. Een waterstroompje, dat in een keurig gemetselde halve stenen buis vanuit hoger gelegen gebeid naar beneden kabbelt, richting het dorp. Terwijl we in de verte de bosbranden ruiken, gaan we op zoek naar stenen; veel stenen. We gaan proberen een dam te bouwen om zo de waterstroom te onderbreken. Na een hoop gepuzzel is het gelukt. Nog voordat we vertrekken, geven we het water weer de vrije doorgang.
Na een aantal dagen zeggen we Vila Praia de Âncora vaarwel en reizen we zuidwaarts, richting Porto.