De eerste plek waar we terechtkomen is Nine, daar stappen we over op een trein die ons wat verder zal brengen dan de dorpen rondom Vigo.
Na een paar uur in een heerlijk koele trein vertoefd te hebben, komen we aan in A Coruña. Veel van de stad hebben we uiteindelijk niet gezien, althans ik. De longontsteking en de Pfeiffer begonnen toch parten te spelen. Na een heerlijk schoonheidsslaapje van pakweg 10 uur en een badsessie met een sok in de afvoer, verlaten we de volgende ochtend deze stad.
Onze volgende treintocht brengt ons in Ferrol, de geboortestad van Francisco Franco. Een overzichtelijk ingedeeld stadje, waar we relatief snel een goedkope slaapplek vinden. We duiken diezelfde in het bruisende nachtleven. We beginnen in een bar en eindigen in een nachtclub. Na het halen van een frisse neus mag ik uiteindelijk de nachtclub niet meer in, waarna ik besluit een rondje in de stad te lopen.
Na een klein half uur neem ik plaats op één van de vele bankjes in een winkelstraat, nabij onze hotelkamer. Vrijwel meteen word ik aangesproken door een gespierde jongeman die naar de naam Juan luistert. Hij is bovengemiddeld geïnteresseerd in me; hij vraagt waar ik vandaan kom, naar mijn favoriete alcoholische drankje en of ik alleen ben. Daarnaast pocht hij ook met het feit dat hij bij de armada zit. Tijdens het gesprek werd het duidelijk; hij zag me aan voor een Nederlands meisje dat ’s nachts alleen aan het zwerven was in een Spaanse stad.
Zijn aanbod om nog mee te gaan naar club Whirlpool sla ik vriendelijk af, en ik sprint vervolgens naar onze hotelkamer. Wel met een omweg, want op ongewenst bezoek zit ik niet te wachten.
De volgende ochtend pakken we een taxi naar het treinstation.