Het dorpje Allihies staat voornamelijk bekend om de legendarische mijnbouw. Tegenwoordig verdient men hier het geld met landbouw en toerisme, maar tussen 1812 en 1884 floreerde de stad door één van de meest succesvolste kopermijnen van Ierland, en zelfs de Britse Eilanden.
De familie Puxley stond generaties lang aan het roer van het bedrijf dat de mijnen exploiteerde. Werknemers konden zelf uitkiezen welk werk zij wilden doen, maar over het algemeen gold dat het makkelijke werk het minst betaald werd. Ook werd er betaald op basis van gewonnen erts. Veel verdiende men niet, want al het gereedschap moest vooraf ingekocht worden bij de eigenaar.
Meer dan 130 jaar later zijn de restanten van de mijnbouw nog goed te zien in de omgeving. Her en der staan verlaten mijnschachten, die tegenwoordig met hekken zijn afgesloten. Tevens is in Allihies het Allihies Copper Mine Museum te vinden; een klein museum dat wat artefacten uit de tijd van de mijnbouw laat zien. Met behulp van veel beeldmateriaal wordt een beeld geschetst van de rijkste periode van Allihies.
Nabij Allihies ligt Travara, een kleine pier met een zandstrand. Meestal is dit het domein van vissers en spelende kinderen in een nieuwe speeltuin. Maar met goed weer ligt het kleine strandje vol met gezinnen uit de buurt. Even de zee in duiken is nog een pijnlijke opgave, je moet namelijk via grote en vooral pijnlijke keien richting de zee. Ook in de zee ben je niet veilig, tal van kleine krabbetjes hebben het op je tenen voorzien, en als je die al weet te ontwijken, wordt je been opgegeten door kleine bijtende beestjes die wat weg hebben van pissebedden.
In de avond eten we bij Davitt’s om vervolgens via de Healy Pass terug te rijden. De R574, zoals de Healy Pass in menig navigatiesysteem staat, schijnt zelfs één van de populairste Ierse routes te zijn om te rijden vanwege de mooie uitzichten. Overigens verschijnt de Healy Pass ook op de site Dangerous Roads. Ietwat overdreven, we zullen deze weg nooit tegenkomen in De Gevaarlijkste Wegen ter Wereld.