Met een Tallinn Card is alles goedkoper, zo luidt de vertaalde slogan. En dat klopt, want toegang tot vrijwel alle musea is gratis en ook voor het openbaar vervoer hoeven we nu niks meer te betalen.
We beginnen in het marsepeinmuseum. Dit zoete goedje werd, volgens de legenden, in Tallinn uitgevonden en is jaren-, zo niet eeuwenlang als medicijn verstrekt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Tallinn niet één maar twee marsepeinmusea heeft. Hoogtepunt van het bezoek is het gratis stukje marsepein dat we meekrijgen.
Praktisch om de hoek zit Raekodu, het oude stadhuis van Tallinn dat in vroeger tijden in het midden van de stad stond. Tegenwoordig is het niet meer als zodanig in gebruik en functioneert het voornamelijk als museum. Ook de toren die bij het stadhuis hoort is te bezoeken, en zelfs te beklimmen. Onze gids twijfelt even of het weer wel goed genoeg is, maar besluit dan toch de tocht naar boven te wagen. Bovenin waaien we bijna de toren uit, maar het uitzicht hadden we niet willen missen.
Daarna rijden we per bus naar de Tallinna Teletorn. Deze toren is ooit gebouwd om beelden van de Olympische Spelen uit te zenden naar Moskou. Veel watersportonderdelen werden in Pirita gehouden tijdens de Olympische Spelen van 1980. De bouw van de toren startte in 1975, de ingebruikname volgde in juli 1980.
De gehele toren ademt één en al Sovjet Unie. De sobere functionele bouw, zowel in- als exterieur is kenmerkend. Ook treffen we beneden glas-in-loodramen aan, die belangrijke momenten uit de Sovjetgeschiedenis lijken te symboliseren. Wij pakken vervolgens de lift naar de 21ste verdieping. Vanaf daar hebben we een wijds uitzicht over de stad, de zee en menen we zelfs Finland te zien. Na een lunch in het restaurant reizen we per bus terug naar de stad.