Inmiddels is de zon gaan schijnen en stijgt de temperatuur gestaag. Het is voelbaar dat we richting het zonnige zuiden rijden. Het is ook zichtbaar, we worden zowel links als rechts ingehaald door automobilisten die geen minuut Franse zomerzon willen missen. Er is één categorie weggebruikers die negatief eruit springen en ze hebben gele kentekenplaten. En nee, het gaat niet over de Luxemburgers.
Nederlanders lijken, zodra ze de grens zijn gepasseerd, elke geldende verkeersregel te zijn vergeten. Zo worden we in Frankrijk rechts ingehaald door een bestuurder die duidelijk harder dan 120 rijdt, terwijl de maximumsnelheid daar op 110 is gesteld. Een andere automobilist haalt ons met dezelfde snelheid links in, maar wel met zijn vouwwagen die door die snelheid in principe geen wielen nodig had gehad.
Na een paar uur rijden komen we aan bij Wancourt; hier is een servicepunt gesitueerd naast de snelweg, dat redelijk rustig zou zijn. Het blijkt een verzamelplaats te zijn van Nederlanders die allemaal richting Zuid-Frankrijk of Spanje gaan. Ze proberen elkaar af te troeven met de beste en duurste zuidelijke bestemming, blijkt uit de gesprekken die ik opvang op de loopbrug, het gebouw ligt aan de verkeerde kant van de weg, en in de toiletten. Ik doe er niet aan mee, al zou ik met mijn bestemming sowieso al voor gek verklaard worden. Tegen mijn oudste dochter roep ik nog wat dingen in het Ests, waardoor wij gegarandeerd niet worden aangesproken. Het werkt, ongestoord rijden we snel door.