Omdat de route ons nu over landwegen begint te leiden, zetten we tolwegen weer aan in Google Maps. Nabij Cork ligt een tolweg die gemakkelijk te betalen is; namelijk met muntgeld of je bankkaart. Het scheelt niet alleen veel tijd, maar ook onze schokdempers die wat moeite lijken te hebben met de Ierse tertiaire wegen.
Tijdens onze laatste geplande tussenstop in Kealkill bezoeken we de buurtsuper, die een zeer uitgedund assortiment heeft, vergeleken bij de jaren ervoor. Mogelijk heeft ook hier Brexit een rol in gespeeld, de spullen die nu nog in de schappen liggen zijn voornamelijk van Iers fabricaat. Denk bijvoorbeeld aan Club Orange, de Ierse versie van Fanta die het qua populariteit gemakkelijk wint van de internationale versie.
Hierdoor zijn we min of meer gedwongen een extra tussenstop in te plannen. Vlak voor onze eindbestemming is nog één benzinestation met winkeltje. De afgelopen jaren heette deze winkel Centra, daarna werd het Circle-K, tegenwoordig heet het Daybreak. De borden langs de weg hebben de eerste naamswijziging nog niet eens meegekregen. Het bijzondere is dat het assortiment nauwelijks wijzigt.
Binnen een paar minuten sta ik weer buiten, en vangen wij het laatste stuk van onze reis aan. Binnen een kwartier komen we aan op de plek waar wij verblijven en laden we de auto uit. Van Monasterevin tot Castletownbere hebben we constant regen gehad en is het niet warmer geworden dan 16°C. Een verademing, vergeleken bij het broeierige weer op continentaal Europa, zoals men hier zegt.
Het weer lijkt ook een goede invloed te hebben op mijn acute allergische reactie op al dat mijn neus onwelgevallig is. Nu hopen dat dit zo blijft, anders word ik elke winkel of elk restaurant de toegang geweigerd, ondanks mijn digitale en papieren coronacertificaat…