Na het verlaten van het vliegtuig merken we meteen dat we in Nederland zijn. Waar in Ierland overal posters hangen die je wijzen op het coronavirus; om de paar meter desinfectiezuilen staan en stoelen zijn voorzien van bordjes die het gebruik ervan verbieden, lijkt in Nederland de meeste communicatie verdwenen te zijn. De resterende stickers zijn meer ludiek bedoeld, met teksten als “You’re on the right spot”.
Bij de douane krijgen we direct te maken met de willekeur van de beveiligers. Wanneer wij aankomen, sluiten ze snel de rij voor de Europese paspoorten af. Hoewel ik af en toe in het Ests is naar mijn kinderen roep, is dit toch echt een Europese taal. Het gezin dat na ons volgt, in nagenoeg dezelfde samenstelling, mag wel in deze rij aansluiten. Bijzonder.
De controle die volgt is eveneens bijzonder te noemen. Enkel het tonen van een geprinte QR-code is voldoende om Nederland binnen te komen. Het coronacertificaat is niet gescand, dus niet op geldigheid gecontroleerd. Wanneer ik een willekeurige QR-code genereer en deze in dezelfde vormgeving zou zetten, ga ik gemakkelijk over de grens – op twee manieren; het namaken van een dergelijk bewijs is uiteraard strafbaar.
Hierna volgt een mogelijk langere wandeltocht dan op de luchthaven van Dublin. Terwijl we tussen de krioelende mensen naar de parkeerplaatsen proberen te laveren, zien we gelijk de aftandse staat waarin Schiphol verkeert. Kapotte tegels zijn gemarkeerd en genummerd. Van het vliegtuig tot de douane, tellen we er gemakkelijk meer dan 200 die aan vervanging toe zijn. Kapotte loopbanden en bewegwijzering die niet klopt, of op onlogische plekken is opgehangen; het is helaas allemaal te vinden op Schiphol. Het was wellicht verstandig geweest om deze verbeterslag uit te voeren in de meest rustige periode die Schiphol de afgelopen decennia heeft gekend.
Parkeerautomaten zijn er dan wel weer in overvloed. Het betalen gaat razendsnel, waardoor we, na weer een flink stuk gewandeld te hebben, relatief snel het terrein van Schiphol kunnen verlaten. Alles in mij zegt “dit nooit meer”, maar morgen vliegen we weer terug naar Ierland…