Op wonderbaarlijke wijze gaat het op Schiphol stukken sneller dan in Dublin. Binnen de kortste keren staan we bij de veiligheidscontrole. Geheel volgens verwachting worden we uitgekozen om de uitgebreide behandeling te ondergaan. Zelfs onze dochter van één jaar oud wordt volledig gefouilleerd. Ook wordt een tas uitgekozen die iets te veel de aandacht trekt. Het blijkt te gaan om een bus talkpoeder in een tas met spullen voor de baby. De tas met maar liefst 300 pillen paracetamol wordt zonder vragen aan ons teruggegeven.
In het vliegtuig zitten we weer achterin, alleen is de vlucht naar Dublin aanzienlijk drukker dan de vlucht naar Amsterdam. Ergens is dat wel logisch, immers is Nederland nog steeds een donkerrood land op de kaart van Europa. Dit heeft wel tot gevolg dat ik volledig opgevouwen in mijn stoel zit en mijn knieën nauwelijks kwijt kan. Elke keer wanneer de stewardessen met het wagentje door het gangpad gaan, verlies ik een stukje van mijn knieschijf. Na het landen duurde het even voordat ik weer fatsoenlijk lopend het vliegtuig kon verlaten, evenals mijn vrouw, die op bijzondere wijze haar knie verdraaide.
Iets langzamer dan normaal komen we aan bij de paspoortcontrole. Al onze papieren hebben we bij ons; paspoorten, gele boekjes, QR-codes en de digitale versie van het Ierse Passenger Locator Form. Her en der staan nog mensen dit formulier digitaal in te vullen, omdat zij dit niet vooraf hadden gedaan. De Ierse regering is wel zo vriendelijk geweest om her en der QR-codes op te hangen die je leiden naar de juiste webpagina. Ironisch genoeg hoeven wij enkel ons paspoort te laten zien.
Na een korte wandeling en busrit naar de auto, begint onze nachtelijke rit door Ierland. Van Dublin naar Eyeries.