In het vliegtuig ging het aardig mis met al onze knieën. Eén knie in het bijzonder, die van mijn vrouw, overleefde de vlucht niet, of beter gezegd, het uitstappen. De bewegingsruimte in een vliegtuig is tot op de millimeter nauwkeurig berekend. Wie tussen de stoelen ook nog met een baby moet manoeuvreren, heeft een probleem.
Aangezien de pijnklachten niet afnamen, bellen we met de alarmcentrale van onze zorgverzekeraar. Puur om te controleren welke stappen we nog moeten ondernemen. Zij raden ons aan om toch een arts te bezoeken. Het dichtstbijzijnde grote ziekenhuis zit echter in Bantry, ruim 45 minuten rijden. Gelukkig zit er in Castletownbere ook nog een ziekenhuis; dat is binnen 10 minuten te bereiken.
Na lang zoeken, vinden we het ziekenhuis. De dame achter de balie moet ons helaas teleurstellen; in dit ziekenhuis wordt al een tijdje geen echte behandeling meer uitgevoerd; het is meer een verpleeghuis geworden. Wel is ze zo vriendelijk om een huisarts in de stad voor ons te bellen, die ons verder zou kunnen helpen.
Deze arts, die moeiteloos omschakelt van het Engels naar het Afrikaans, is zichtbaar blij om deze taal weer eens te spreken. Na een uitgebreid consult spreken we nog over Nederland, het koningshuis, Amsterdam, vliegreizen en nog meer zaken. Met een verwijsbrief op zak, verlaten we de huisartsenpraktijk. Morgen zullen we niet naar Bantry moeten, maar naar Cork.