Op het lijstje om te bezoeken staan nog enkele plekken. Lennusadam slaan we ditmaal over, maar het ernaast gelegen Patarei Vangla niet. Deze gevangenis, die nog tot het jaar 2002 in gebruik was, stond hoog op mijn lijstje, maar kon om diverse redenen nooit bezocht worden. Zo was het complex tijdens eerdere bezoeken nog niet open omdat het te onveilig voor bezoekers was door de staat van het gebouw.
Vandaag lukt het wel. Tegelijkertijd is in het gevangeniscomplex ook een tentoonstelling te zien over de onderdrukking van de communisten, ofwel de Sovjetbezetters. De tentoonstelling “Communisme is een gevangenis” opende in 2019 en trok in de eerste maanden ruim 25.000 bezoekers.
De gevangenis werd tussen 1830 en 1837 gebouwd als fort aan de zee op bevel van tsaar Nicolaas I. Een aantal jaar later, in 1864, verloor het fort zijn functie en werd het omgebouwd tot barakken. Pas in 1919, een jaar nadat Estland onafhankelijk werd, maakte de toenmalige regering er een gevangenis van. Een uitbreiding volgde in 1925. Om de grote aantallen communisten vast te zetten, was het noodzakelijk om vleugels aan te bouwen en werd er zelfs een verdieping bovenop een deel van het complex gezet. De vele gevangenen kostten de staat veel geld, om die kosten te drukken werden zij verplicht om werkzaamheden te verrichten binnen de gevangenismuren. In 1938 verleende president Konstantin Päts gratie aan ruim 180 gevangenen.
Toen in 1940 de Sovjet-Unie Estland bezette, grepen ze ook de macht in de gevangenis. Al het personeel werd vervangen en de overgebleven gevangenen, die daar zaten omdat ze de Sovjet-Unie steunden, werden vrijgelaten. De Sovjet-Unie ging vervolgens leden van de Estse regering en andere hooggeplaatste figuren uit het land hier opsluiten totdat ze werden gedeporteerd naar de Goelag. Lang duurde dit niet, want in 1941 bezette Duitsland Estland. De gevangenis telde na de machtsovername geen gevangenen, op enkelen in het hospitaal na.
Later gebruikten de nazi’s het complex als gevangenis en werkkamp. Veel Joden uit Estland, Tsjechië, Duitsland en Frankrijk werden hier gevangengehouden. Diverse plaquettes aan de gevel herinneren hieraan. Nadat de nazi’s werden verjaagd door het Rode Leger bleef het een beruchte plek. Door de grote hoeveelheid gevangenen, werden veel gevangenen vanuit Patarei naar werkkampen in het binnenland van de Sovjet-Unie gedeporteerd. In de gevangenis in Tallinn bleven de politiek gevangenen over, die veelal ondervraagd en gemarteld werden in het KGB-gebouw dat destijds ministerie van Staatsveiligheid genoemd werd. De cellen in dat historische gebouw bevonden zich haf onder de grond. Om het geluid van de martelingen te dempen zijn de ramen op straatniveau destijds dichtgemetseld.
In 1991 herwon Estland de onafhankelijkheid, Patarei viel toen weer onder het ministerie van Justitie die er weer een traditionele gevangenis van maakte. Tot december 2002 verbleven hier veroordeelden. Daarna stond het leeg en raakte het in verval. Toen in september 2005 er een tijdelijk museum werd geopend, was dat ook de reden voor de snelle sluiting. Pas in 2013 volgde een nieuwe poging om publiek te trekken. Omdat er geen geïnteresseerde partij was gevonden, kon men er legaal “urban exploring” uitvoeren.
Een paar jaar later, in 2016, werd Patarei door de commissie die cultureel erfgoed in Estland in kaart brengt, aangewezen als locatie die mogelijk onherstelbaar beschadigd zou raken als er geen renovaties plaats zouden vinden. Na deze noodkreet werd er gediscussieerd over de nieuwe functies van het gebouw. Zo kwamen een museum, cultureel centrum, kantoren en zelfs een hotel aan de orde. Ondernemer Urmas Sõõrumaa kocht in 2019 het complex voor €4,6 miljoen en heeft toegezegd een deel van deze ideeën in overweging te nemen.
Tegenwoordig is het complex deels te bezoeken, nadat het Ests Instituut voor Geschiedenis hier een museum in heeft geopend. Niet alles is bereikbaar in en om het gebouw, maar wat te zien is, is niet minder indrukwekkend. De cellen, waar verhalen te lezen zijn van mensen die er tijdens de Sovjetbezetting gezeten hebben, de grotere slaapzalen, de cellen buiten, de sportzaal en het kantoor van de bewakers; het is allemaal te zien. Aan het einde van de wandeling in het gebouw is zelfs de ruimte te zien waar gevangenen werden gefusilleerd, vlak naast de uitgang waar een deel van een standbeeld (replica) ligt van Stalin.
Op de binnenplaats, op weg naar de uitgang, tref je een groot terras aan met diverse semipermanente voedselkraampjes. Het is een overgang die je even moet verwerken.