Een dag na het behoorlijk warme festival in Eyeries, rijden we in de vroege ochtend naar Cork. Net buiten het centrum zit een groot winkelcentrum waar de meeste grote Ierse ketens gevestigd zijn. Zo ook de Penneys, dat in de rest van Europa onder de naam Primark bekend staat. Zoals gebruikelijk shoppen we hier de najaars- en wintergarderobe voor de kinderen bij elkaar en komen er bij de kassa achter dat de medewerkers tegenwoordig ook arbeidsvoorwaarden hebben die doorberekend worden. Al blijkt dat niet uit de werkoverleggen die tussen de klanten gehouden worden.
Ook in de andere winkels in het winkelcentrum wordt pijnlijk duidelijk dat de inflatie een behoorlijk effect heeft in het toch al relatief dure Ierland. De prijzen in de supermarkt waren al schrikbarend hoog (twee kant-en-klare maaltijden voor €18, bijvoorbeeld), in boekenzaken en andere winkels is een soortgelijke prijsstijging te zien. Het is niet verwonderlijk dat het na de coronalockdowns nog steeds rustig is in de Ierse winkelcentra.
Hetzelfde beeld is te zien in Ballincollig. Daar bezoeken we het Castle West Shopping Centre. In dat winkelcentrum zit Dunnes Store, een winkel vergelijkbaar met de V&D van vroeger, heel vroeger. Er zit zelfs een supermarkt bij, die net als de V&D iets duurder is dan de rest van de concurrentie.
De dag sluiten we af om de hoek bij de Aldi. Daar scoren we Red Lemonade, een typisch Ierse frisdrank die enkel op het eiland verkrijgbaar is, net als Club Orange, de Ierse tegenhanger van Fanta. Op de terugweg voeren we flink wat roeken, deze kraaiachtigen zien we bij ons thuis nauwelijks, hier vliegen ze nog net niet de auto in als je ze gevoerd hebt.