Even voor het middaguur vertrekken we richting Kenmare. Het plan was om daar wat winkels te bezoeken en vervolgens via de toeristische route richting Glengarriff te rijden. Op die route zouden we wat mooie foto’s kunnen maken. De weersomstandigheden dwongen ons tot een andere keuze.
Door aanhoudende regen zou het Ierse landschap er behoorlijk mysterieus uitzien. Echter zorgde diezelfde regen ervoor dat het nagenoeg onmogelijk was om de apparatuur droog te houden. Zodoende werd ons dagprogramma flink ingekort en stonden we in de stromende regen op een markt in Kenmare die nagenoeg verlaten was. Nog voordat we de eerste fysieke winkel betraden, waren we al doorweekt. Toch besloten we de rest van de winkels in Kenmare te bezoeken. Het slechte weer zorgde er namelijk ook voor dat er veel minder toeristen aanwezig waren.
Nadat we onze lunch gehaald hebben bij de Daybreak, wandelen we langzaam terug naar de auto en vertrekken we naar Glengarriff. Onderweg zien we niet veel. De regen zorgt namelijk voor mistige omstandigheden in het dal. Ook bij het uitkijkpunt in Bonane, is weinig te zien. Toch stoppen we er even, het winkeltje bij dat uitkijkpunt blijkt namelijk nog te bestaan.
Uiteindelijk arriveren we in Glengarriff. Veel te vroeg, want onderweg zijn we nergens gestopt om foto’s te maken. Omdat we hier ook zullen dineren, moeten we de tijd zien te doden. De winkelstraat is sinds de coronacrisis flink uitgedund, waardoor er nog slechts drie te bezoeken zijn. De rest van de tijd brengen we door in de auto, daar is het tenminste droog.
Dineren doen we bij Perrin Inn, waar we niet kunnen reserveren, want daar doen ze niet aan. Bestellen en betalen doe je aan de bar, maar gelukkig komen ze het eten wel brengen. De hoeveelheden zijn groot voor Ierse begrippen, waardoor je in ieder geval wel waar voor je geld krijgt.