Na het halen van de bus, en daarna de rest van het reisgezelschap, gaan we op zoek naar leuke winkels in de buurt.
We komen terecht bij een klein winkelcentrum aan de rand van de Letse zijde van de stad. Hier zijn onder andere een Mego en een Mājai un dārzam te vinden. Hier halen we wat kleine souvenirs om vervolgens gebruik te maken van het gratis doch gammele toilet.
Dit winkelcentrum lag op de route naar onze werkelijke tussenstop, namelijk een toeristische trekpleister die voornamelijk in trek is bij de lokale bevolking. Dat zijn doorgaans de leukste locaties. Het gaat om het meer Zāģezers. Aan dit meer ligt een strand waar badgasten het water delen met een grote groep eenden. Het ziet er leuk uit. Wij hebben onze zwemkleding niet mee, en toetsen onze volgende locatie in op ons navigatiesysteem, de binnenstad van Valga, aan de Estse kant van de grens.
Ook nu besluit Google ons het bos in te sturen. Letterlijk. De route die we krijgen leidt ons van een verharde weg naar een bospad. Na een paar honderd meter besluit Google dat we ergens om moeten keren. Als dit midden op het bospad zou zijn, hebben we een klein probleem; we moeten dan het hele stuk achteruit.
Maar zover komt het niet, we staan ineens in de voortuin van een Lets gezin. Daar is maar net genoeg ruimte om te draaien, waardoor we vlot van hun grondgebied kunnen vertrekken. Een nadere studie van het kaartmateriaal leert ons dat, weliswaar flink wat meters verder, een hotel te vinden is. Echter blijkt uit de foto’s die online staan, dat wij daar niet naartoe zijn gereden. Overigens kunnen we de locatie waar we wel waren ook niet terugzien, want Streetview heeft het niet aangedurfd.