Na een onstuimige nacht, gaan we de volgende dag op pad om wat bezienswaardigheden in de binnenstad te bekijken.
In de stadsmuur zitten twee torens die we nog niet eerder nader hebben bekeken. Paks Margareeta en Pikk Hermann. In de eerste toren zit het Ests Maritiem Museum gevestigd. Vroeger moest je een toegangsbewijs kopen om op het dak uit te komen. Vanaf het dak kon je vervolgens aardig over de stad uit kijken. Veel meer had het dak niet te bieden.
Tegenwoordig is er een café gevestigd op het dak en hoef je niet meer een toegangsbewijs te kopen om daar terecht te komen. Het museum zit er overigens nog wel. Helaas zorgt dat café ervoor dat het lastiger is om van het uitzicht te genieten en mooie foto’s te maken. Vanaf Paks Margareeta vertrekken we naar Pikk Hermann.
Deze toren, die een belangrijke rol speelt in de Estse geschiedenis; het was en is de toren waar op Onafhankelijkheidsdag de blauw-zwart-witte vlag gehesen wordt, ligt aan de andere kant van de stad. Dat geeft ons de gelegenheid om alle bijzondere en mooie plekken die we op de route tegenkomen, nog even kort te bezoeken.
Zo zien we drie uitkijkpunten, de Aleksander Nevski Katedraal, Riigikogu, Toomkirik, Stenbocki Maja en een flink aantal historische gebouwen. Ook zien we de voormalige Nederlandse ambassade, waar tegenwoordig de Ierse zou zitten. In het voorbijgaan blijkt het gebouw te huur te zijn. Even twijfel ik even, maar ik krijg niet voldoende stemmen om de makelaar te bellen.
De stad is vrij heuvelachtig en dat leidt tot bijzondere straten. Zo wandelen we door de beroemde straat die tijdens hevige sneeuwval een heuse skipiste werd. Helaas ligt er nu geen sneeuw, maar dat weerhoudt een deelnemer aan een groepsrondleiding er niet van om een flink eind naar beneden te glijden. De medewerkers van het cruiseschip, waar deze man blijkbaar op meevaart, zijn redelijk in paniek als ze één van hun klanten naar beneden zien gaan. Hij heeft het overigens overleefd, zonder letsel, zonder kleerscheuren maar wel met een goed verhaal voor thuis.
Uiteindelijk kom ik bij Pikk Hermann aan. Vrij vertaald: Lange Herman. De toren heet niet voor niets zo; het is de langste toren die we zien. Dat maakt het fotograferen een enorme uitdaging. Want naar de toren gaan is niet zo moeilijk. Een perspectief vinden zodat je deze kan fotograferen is vele malen lastiger. Uiteindelijk lukt het wel, doordat ik de camerashots van de publieke omroep in Estland voorbij heb zien komen.
Na Pikk Hermann keren we terug naar ons appartement. De avond brengen we door in Viru Toidutänav.