Estland voert vanaf 1 juli dit jaar een hoger BTW-tarief in. Op dit moment geldt nog een BTW-tarief (käibemaks) van 22%, dat wordt 24%. Naast dit hoge BTW-tarief is er nog een laag percentage van 9%. Vooralsnog is onbekend of hier nog iets aan gaat veranderen.
Deze maatregel maakt deel uit van een pakket aan belastingwijzigingen om de staatskas aan te vullen. De defensiebelasting, zoals het plan heet, bestaat uit drie onderdelen. De BTW-verhoging is het eerste deel en gaat als eerste in. De twee andere maatregelen gaan per 1 januari 2026 in. Vanaf die datum wordt een belasting van 2% op het persoonlijk inkomen geheven. Op diezelfde dag zal ook een belasting van 2% geheven worden op vennootschapswinsten. De inkomsten die hiermee gegenereerd worden, zullen worden besteed aan de veiligheid van Estland.
Over de uitvoering van de plannen is ondertussen discussie ontstaan. Aanvankelijk zou het hogere BTW-tarief gelden tot eind 2028, maar de regering heeft laten doorschemeren dat Esten er rekening mee moeten houden dat het veel langer verhoogd zal blijven. Dat heeft te maken met het feit dat Estland ook na 2028 meer in de defensie zal moeten investeren. De Estse premier Kristen Michal, wil daarom geen einddatum meer in de wet opnemen.
Met deze BTW-verhoging behoort Estland tot de top 5 van EU-landen met het hoogste BTW-tarief. Het deelt de vierde plaats met Griekenland. Op de derde plaats staan Denemarken, Kroatië en Zweden (25%). Op de tweede plaats staat Finland met een BTW-tarief van 25,5%. Hongarije heeft binnen de Europese Unie het hoogste tarief, namelijk 27%.