De Riigikogu heeft een wet aangenomen die buitenlandse inmenging via religieuze organisaties verbiedt.
Wanneer deze wet van kracht wordt, mogen religieuze organisaties niet meer geleid worden vanuit landen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid van Estland. Ook als een organisatie oproept tot geweld, terreur of oorlogen steunt, mag men geen religieuze organisatie meer leiden. Dergelijke kerkelijke instellingen mogen ook geen haat meer prediken jegens landen, bevolkingsgroepen of de lokale cultuur.
Concreet houdt het in dat de Estse Orthodoxe Kerk alle banden met Moskou moet verbreken. Eerdere pogingen om de kerk hiertoe te bewegen, startten al in 2022. De toenmalige Estse regering wilde dat de kerk afstand zou nemen van Moskou en dat men duidelijk zou maken geen spreekbuis van de Russisch orthodoxe kerk te zijn. Zo werd de naam veranderd naar Estse Christelijk Orthodoxe Kerk en werden statuten aangepast. In de praktijk bleek dat de orthodoxe kerk maar moeilijk loskwam van Rusland.
Nu, ruim 3 jaar later, is het volgens de minister van Binnenlandse Zaken, Igor Taro, tijd voor actie. Hij benadrukt dat de wetswijziging niet van invloed is op de vrijheid van religie. Ook meldt hij dat er geen kerken hoeven te sluiten en dat er geen einde komt aan de orthodoxe kerkelijke tradities in Estland. De maatregel is vooral bedoeld om de nationale veiligheid te garanderen.
Tijdens de stemming in de Riigikogu waren 89 leden aanwezig. Zestig stemden voor, 13 tegen en 16 onthielden zich van stemming. Wanneer Alar Karis de wet ondertekent, gaat de minister in gesprek met de diverse organisaties die te maken krijgen met de wetswijziging. Betrokken organisaties hebben vervolgens twee maanden de tijd om te voldoen aan de wet.
Echter is de ondertekening nog geen feit. Karis stuurde de wet onlangs terug naar de minister. Volgens de president is de wet in strijd met enkele artikelen uit de grondwet. Zo zou de wet buitenproportioneel de vrijheid van godsdienst inperken. Daarnaast wees de president de minister op de bestaande wetgeving, die voldoende handvatten biedt om op te treden tegen organisaties die zich schuldig maken aan het verspreiden van berichten die de nationale veiligheid in gevaar brengen.
Minister Igor Taro is in ieder geval niet van plan om het wetsvoorstel in te trekken. Volgens hem is het aan de Riigikogu om eventuele aanpassingen voor te stellen. Wat Taro betreft, blijft dit onderwerp op de agenda staan.