Op de grens van Estland met Letland ligt een klein stadje, genaamd Valga. In het Lets Valka. De vorige keer dat we hier waren was op een zaterdag. Hoewel Estland zich weinig aantrekt van de weekdagen en vrijwel alles elke dag geopend is, is dat in Letland niet het geval.
Daarom reden genoeg om nog een keer af te reizen naar Valga. De rit vanuit Tallinn is lang. Onderweg stoppen we, weer, in Imavere. De Tikupoiss, een tankstation met daaraan vast een restaurant, een kleine markt en een grote speeltuin. Ironisch genoeg heeft deze winkel in het weekeinde een uitgebreider assortiment dan doordeweeks. Mijn donut die naar klei ruikt, is helaas niet te verkrijgen.
Vanuit Imavere rijden we door naar Valga. Vlak voor de grens, op een parkeerterrein, stoppen we bij de Selver. Hier zijn goede schone toiletten te vinden, waar we dankbaar gebruik van maken. Vanaf hier is het slechts een korte wandeling naar de beroemde schommel, die in stilstand zweeft boven de grens tussen Estland en Letland.
Wie hier gaat schommelen, schommelt het ene moment Letland in en Estland uit en andersom. De dakloze die zich de schommel had toegeëigend, koos het hazenpad. Na een schommelsessie is een bezoek aan de grensovergang met het wachthuisje en vlaggen, een verplichte tweede stop. De huisjes die hier staan zouden naar verluidt souvenirwinkeltjes zijn.
Vorig jaar waren ze dicht, want het betrof een zaterdag. Maar ook nu blijken ze hermetisch afgesloten te zijn. Zonde. Na een paar foto’s, wandelen we terug naar de bus om te vertrekken naar onze tweede bestemming, die aan de andere kant van de grens ligt.
Deel 2 volgt om 12:00 uur.
