In 1961 vormden de gemeenten Den Haag, Amsterdam en Rotterdam samen met hun vervoerbedrijven, respectievelijk HTM, GVB en RET de Commissie Standaardisering Autobusmaterieel. Enkele jaren later na de oprichting van deze commissie voegde ook de gemeente Utrecht zich hierbij. Het doel van de commissie was om een nieuwe moderne stadsbus te ontwikkelen die ook tussen de vervoerbedrijven uitwisselbaar was. Door deze eis was er voor de vervoerder weinig ruimte om zelf veel aan het uiterlijk van de bus te veranderen.
De enige manier om de bus een eigen identiteit mee te geven, was door een logo op de achterzijde te plakken. Ook de gemeentewapens op de zijkanten maakten duidelijk waar de bus vandaan kwam. Maar er was nog iets dat deze bussen gemeen hadden. De wagennummers. Vrijwel alle wagennummers die tussen 1966 en 1988 op de rode standaardbussen zijn geplakt, zijn in een karakteristiek lettertype, dat onlosmakelijk verbonden is met de standaardbus. Klein detail, bus 301, de allereerste CSA-bus had een wagennummer in een iets ander lettertype.
Het is tegenwoordig lastig om te achterhalen waar dit lettertype vandaan komt. Zelfs de naam is onbekend. Wel is duidelijk dat sinds de jaren 90 van de vorige eeuw de animo voor dit lettertype flink afnam. Nadat vervoerbedrijven steeds vaker een eigen huisstijl hanteerden, werden ook de wagennummers veelal aangepakt. Een digitale speurtocht naar de herkomst van het CSA-lettertype leverde in ieder geval niks op. Ook diverse websites die aan de hand van een plaatje het juiste lettertype weten te vinden, kwamen niet met een goede treffer op de proppen.
De kans is groot dat dit lettertype nergens digitaal bewaard is gebleven.
Aan de hand van archiefmateriaal en eigen onderzoek is dit lettertype gedigitaliseerd. Het zal binnenkort beschikbaar zijn.