Na een ritje in een CAF-tram, bekend van de tramlijn tussen Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein, vanuit de wijk Tondi richting het centrum van Tallinn stappen we op Hobujaama over op lijn 1, richting de buitenwijk Kopli. Dit wordt een aanzienlijk langere rit omdat Kopli aan de zee grenst.
De tram die voor komt rijden is aanzienlijk ouder dan de CAF-tram die we op lijn 4 hadden. Volgens Wikipedia stappen we in een tram die al zeker 40 jaar zijn rondjes rijdt in Tallinn en een erfenis is uit de Sovjettijd. De hoge instap lijkt zelfs de mindervaliden niet te deren en ook de kinderwagen komt uiteindelijk zonder veel moeite de tram in. Met een gepaste snelheid zoeven we richting Baltijaam om daarna echt vaart te maken richting Kopli. Op een bepaald punt kruisen we zelfs een spoorlijn.
Aangekomen op het eindpunt blijkt wel waarom we met deze snelheid richting Kopli zijn gereden. Het lijnnummer verandert in een “D”, wat erop wijst dat deze tram richting het depot gaat. Een kort ritje, zo blijkt, want op nog geen 100 meter afstand van de eindhalte, blijkt een “trammidepoo” te liggen. Vlak naast dat depot is een prachtig uitzicht over zee. Door het vele groen, zullen weinig strandgangers ervoor kiezen om hier de zee in te gaan. Pas wanneer we dichterbij komen, blijkt er nog een fysieke barrière te zijn, er loopt nog een spoorlijn tussen de zee en de parkeerplaats waar wij staan. Na een kort onderzoekje blijkt deze spoorlijn een belangrijke verbinding te zijn tussen alle industrie die nog noordelijker ligt in dit stukje Tallinn en de rest van het spoornetwerk.
Het tramdepot bezoeken is logischerwijs niet mogelijk. Na binnenkomst van de tram worden de hekken direct handmatig gesloten. Wel zien we nog het imposante gebouw van de maritieme technische universiteit van Tallinn, waar op het dak fier de Estse vlag wappert. Aan de overkant, waar we weer in zullen moeten stappen in de tram die ons terug zal brengen richting het centrum, zien we nog een restaurant; Derevyashka trammibaar. Een trambar die helaas ook gesloten is. We pakken uiteindelijk lijn 1 terug.
Halverwege de route komt de tram ineens tot stilstand. Omdat we helemaal achterin zitten, is het mij niet helemaal duidelijk wat er aan de hand is, totdat ik een aantal mensen om mij heen enorm zenuwachtig zie doen. Eén persoon valideert nog snel haar ov-chipkaart voordat de deuren van de tram openen. Vanuit mijn positie zie ik een busje staan met de tekst “kaitsekorraüksus”, vrij vertaald de wetshandhavers; het Estse equivalent van de handhavers in Nederland. Anders dan in Nederland, zijn ze in Tallinn ook belast met het controleren van vervoerbewijzen.
En al helemaal anders dan in Nederland, doen ze dit op willekeurige plekken. Een voertuig kan overal stilgezet worden, bij voorkeur tussen twee haltes in. Op die manier kunnen zwartrijders niet ontsnappen in de chaos die ontstaat als mensen in- en uitstappen. De vrouw die snel incheckte komt er goed mee weg, een jongeman die geen geldig vervoerbewijs heeft komt er minder goed van af. Hoewel hij nog probeert om op een kaart van iemand anders mee te reizen, wat in principe mogelijk is in Estland, krijgt hij het niet voor elkaar om dit op tijd te regelen. Zodra de gehele tram is gecontroleerd, wordt deze persoon mee naar buiten genomen om zijn boete in ontvangst te nemen. Daarna mag hij zelf nog uitzoeken hoe hij bij de volgende tramhalte komt.