De laatste volledige dag van de vakantie is, helaas, aangebroken. Traditiegetrouw doen we niet heel veel op een dergelijke dag, enkel nog de kleine dingen die we de afgelopen weken niet konden doen, of steeds hebben uitgesteld. Het inpakken en opruimen, waaronder het wegbrengen van alle lege flessen en blikjes, doen we een dag later.
Hoog op het lijstje stond Patkuli Vaateplatvorm. Dit uitkijkpunt ligt naast Stenbocki maja en biedt een geweldig uitzicht op de oude stad. Een aantal dagen geleden wilden we ook naar dit punt, maar misten we een afslag waardoor we bij Kohtuotsa uitkwamen, ook niet verkeerd. Patkuli blijft het mooiste uitzicht bieden, ondanks de lange wandelroute met een behoorlijk stijgingspercentage waar men in de Tour de France zelfs van zou opkijken.
In dit gedeelte van de stad zijn veel oude gebouwen te vinden die een belangrijke functie hebben. Zo zetelen de Duitse en Nederlandse ambassade in de omgeving van Patkuli, is er op wat langere loopafstand de Aleksander Nevski Kathedraal te vinden. Daar tegenover staat Toompea loss, het Toompeakasteel. In dit gebouw zetelt de Riigikogu, vergelijkbaar met de Nederlandse Tweede Kamer. Ook de regering van Estland zat in dit gebouw, tot 2000. In dat jaar verhuisden zij naar Stenbocki maja, een paar honderd meter verder.
Stenbocki maja is vernoemd naar Jakob Pontus Stenbock, een rijk adellijk persoon van Zweede afkomst. Hij verwierf het recht om het gebouw te bouwen in 1783, nadat het Gouvernement Estland door het Keizerrijk Rusland werd verzocht om nieuwe regeringsgebouwen te laten bouwen. Stenbock schakelde Johann Caspar Mohr in als architect. De daadwerkelijke bouw van wat het gerechtsgebouw van Tallinn, destijds Reval, moest worden, startte in 1787. In datzelfde jaar werd de bouw ook gestaakt nadat Rusland verzeild raakte in een oorlog met Turkije. De staatskas liet het niet toe om geld te steken in andere projecten, waaronder dit nieuwe regeringsgebouw.
Om Stenbock tegemoet te komen, mocht hij het half afgebouwde huis houden. Hij besloot het huis in de jaren erna op eigen kosten af te laten bouwen. In 1792 was de bouw voltooid en gebruikte Stenbock het als woonhuis als hij in Tallinn verbleef. Sindsdien draagt het huis zijn naam. Na zijn dood werd het huis verkocht en wisselde het meermaals van eigenaar. In 1891 werd het Gouvernement Estland eigenaar van het huis en maakte er alsnog een gerechtsgebouw van.
Na de onafhankelijkheid van Estland, in 1918, bleef het land eigenaar van het gebouw. De functie wijzigde, het werd het kantongerecht (rahukohus) van Tallinn. De straat waar het voormalige huis staat, heet toepasselijk Rahukohtu. Nadat de Sovjet-Unie Estland in 1944 bezette, maakten zij er aanvankelijk een kantoor en opleidingsinstituut, later werd het weer een gerechtsgebouw. Zoals met meer gebouwen die door de Sovjet-Unie werden geconfisqueerd, bleef het onderhoud achter. De staat waarin Stenbocki maja in 1987 verkeerde leidde zelfs tot een sluiting vanwege instortingsgevaar.
In 1991 herwon Estland de onafhankelijkheid en kwam het gebouw weer in handen van de Estse staat. Het doel was om het voormalige huis in ere te herstellen. De grote renovatie, waarbij plafonds, ramen, deuren en binnenmuren vervangen moesten worden, startte in 1996. Vier jaar later, in 2000, was Stenbocki maja vrijwel volledig opgeknapt. In datzelfde jaar betrok ook de Estse regering het gebouw.