Na de lunch duiken we de winkelstraat in. Zoals verwacht zitten hier veel souvenirwinkels en ontkomen we niet aan dolfijn Fungie. Naast het plaatselijke informatiekantoor voor toeristen is zelfs een beeld van het dier te vinden, geschonken door Amerikaanse kunstenaars, zo blijkt uit de plaquette die erbij is geplaatst.
Een winkel heeft zelfs de gevel versierd met stenen dolfijnenbeelden. De winkel zelf is redelijk goed gevuld met dolfijnenknuffels, plaatjes en zelfs sieraden. Veel toeristen, die allen slechts een paar uur in de stad hebben omdat het blijkbaar bij een rondreis hoort, kopen het maar al te graag.
Na bijna alle souvenirwinkels gehad te hebben, wandelen we langs de kade terug naar de parkeerplaats. Onderweg kunnen we nog een rondvaart boeken om Fungie de dolfijn te spotten. Wij weten inmiddels wel beter.
Op de parkeerplaats worden we vrijwel direct aangesproken door automobilisten die op ons plekje azen. Parkeerruimte is bijzonder schaars in Dingle, ongeacht de parkeerkosten van €1 per uur. Voor Ierse begrippen, buiten de grote stad, is dat redelijk prijzig. Vergelijken bij Utrecht is het een schijntje. Het jonge gezin, dat wij onze parkeerplek gunnen, is maar wat blij dat ze een plekje hebben bemachtigd. Wij verlaten ondertussen Dingle om via een toeristische route terug richting huis te rijden.
Na een paar korte pauzes om foto’s te maken van het landschap en Inch Beach (Trá na hInse) verlaten we niet alleen het schiereiland, maar ook de Gaeltacht. Een bord in het Iers Gaelic bedankt ons voor ons bezoek aan de regio en wenst ons een veilige reis terug.