In een recordtempo moeten we de boot verlaten. De vertraging moet koste wat het kost weggewerkt worden en wij spelen daarin de hoofdrol. Vrachtverkeer wordt afwisselend met een rij auto’s gesommeerd van boord te gaan. Omdat wij redelijk vooraan stonden, zijn wij ook als één van de eersten buiten.
Uiteindelijk belanden we in de rij bij de paspoortcontrole. Routinematig zorg ik voor een hokje aan de bestuurderszijde. De douanebeambte is ietwat in de war, want mijn stuur zit toch echt aan de andere kant. Ook hier vormt het paspoort van onze jongste dochter weer een probleem. Haar eerste pasfoto is nog geen half jaar na haar geboorte genomen en we zijn nu een paar jaar verder. Dat ze niet meer op de foto lijkt, is logisch.
Toch vertrouwen ze het bij de douane niet en verzoeken ze om het raampje aan haar zijde te openen. Grote paniek, want het raam kan niet op de gebruikelijke manier open. Uitstappen om de schuifdeur open te maken, is ook niet mogelijk, want de poortjes zijn hier niet op gebouwd. Met wat gestuntel krijgen we de deur alsnog open en is de beambte tevreden. Blijkbaar schrikt de rommel in de auto iedereen af, want een controle van de kofferbak, blijft ons bespaard en kunnen we Frankrijk in.
Waar in Ierland zelfs posters in abri’s hangen die aanduiden dat er links gereden moet worden, is de bebording in Frankrijk schaars. Het helpt ook niet dat de eerste rotonde op de Ierse wijze bereden moet worden. Het beruchte tankstation, waar enkele jaren eerder twee auto’s frontaal botsten (de een kwam uit Ierland, de ander uit Frankrijk), slaan we over en zetten we koers richting het noorden.