Estland kent naast Tallinn nog enkele andere grote steden, zoals Pärnu, Narva en Tartu. De laatste bezochten we al eens in 2022, maar enkel omdat daar het wetenschapsmuseum zit. Ditmaal gaan we op pad om de stad te verkennen.
Met de auto is het vanuit Tallinn ruim 2 uur rijden. Onderweg maken we een tussenstop in Imavere. Een klein dorpje (küla) dat nabij Türi ligt. De pauze is nodig voor een sanitaire stop, maar deze plek langs de snelweg biedt veel meer dan dat.
We treffen nabij het tankstation van Alexela ook een Tikupoiss. Het is een bijzonder concept, want naast enkel een restaurant en een speelruimte voor kinderen, is ook de boerenmarkt onderdeel hiervan. Op de parkeerplaats staan diverse kraampjes met lokale producten. Ook Alexela heeft een winkeltje, waar de reguliere merken te vinden zijn.
Na deze korte pauze vervolgen wij onze weg richting Tartu. De snelwegen in Estland hebben dynamische snelheden, die per weersomstandigheid aangepast kunnen worden. Sowieso wordt de maximumsnelheid in de winter verlaagd naar 90 km/h. Aangezien we middenin warme periode zitten, kunnen we overal tussen de 90 en 120 km/h.
Onderweg komen we geregeld waarschuwingsborden tegen voor elanden die plots kunnen oversteken. Op bepaalde punten zijn zelfs speciale oversteekplaatsen voor deze dieren aangelegd. Middels hekwerk en linten in het bos, worden ze gedirigeerd naar een oversteekplaats van ongeveer 100 meter breed. Op dat stuk snelweg ontbreekt de vangrail en is de maximumsnelheid verlaagd. Op het wegdek zijn afbeeldingen van elanden geverfd. Een bijzonder gezicht. Gelukkig zien wij enkel ooievaars onderweg.
Uiteindelijk komen we aan in Tartu.
