Door de coronapandemie was het al een aantal jaar geleden dat we spontaan een dagje de grens overtrokken. Meestal naar Duitsland of België, dat is immers binnen één dag te rijden. Hoewel de brandstofprijzen in Nederland exorbitant hoog zijn, zou het nu zelfs lonen om over de grens te tanken. Niet dat dit ons hoofddoel is, maar wel een leuke bijkomstigheid. De keuze viel ditmaal op Wallonië. Tijdens onze vakantie rijden we doorgaans enkel door Vlaanderen. Op de terugweg zijn we dit jaar zelfs tussen twee stukken Wallonië gereden, zonder Vlaanderen te verlaten.
Vooraf hebben we gekozen voor het drielandenpunt. Leuk voor de kinderen en een plek met een interessante geschiedenis. Immers vonden ze de uitstapjes naar Baarle-Hertog / Baarle-Nassau ook erg leuk. Na het drielandenpunt rijden we in ieder geval naar Kelmis. Daarna staan winkelen in een willekeurige Belgische stad en ergens naar een kindvriendelijk restaurant op het programma. Waar dat is, zien we onderweg wel.
Onze rit start in de vroege ochtend en in dichte mist. Op de weg is het bijzonder rustig, al kan dat te maken hebben met de wegwerkzaamheden in de omgeving. Ook na het passeren van de provinciegrens wordt het niet drukker. Na een kleine 40 minuten zoeken we in de dichte mist een plek op waar we relatief snel en goedkoop kunnen ontbijten, we zijn immers héél vroeg vertrokken. De tankstations vallen, gezien de prijzen, af. Twee voorverpakte wraps die bijzonder lang houdbaar zijn voor €6,50 zijn echt te duur. Op die plaatsen dien je dan ook nog €0,50 te betalen voor een toiletbezoek. Het wordt een McDonald’s Door iets meer te betalen, kunnen we ons exclusieve serviesgoed nog uitbreiden ook.